van hier tot ....

3-5 de bootreis tot bijna het einde.



We hebben op de boot geen internet beschikbaar op de ipad waarop ik deze blog maak. De dagen op zee houd ik wel de blog bij, een aantal opmerkelijke dingen dan. Ze staan in een lange blog. Ik doe er ook apart watfoto's bij.We gaan nu op pad in Israel en ik hoop dat ik dan wat opmerkelijkheden in kleinere blogs kan zetten. Doe met deze wat je wil, lezen of niet lezen, dat is de vraag.


3. Het upperdeck
Onder het upper deck zijn tien dekken voor de lading. Veel half fabrikaat vrachtauto's, grote staalplaten, buizen, pijpen en personenauto's. Er staat ook een gepantserde M.E.- bus bij. De bemanning leeft op het upper deck en werkt meestal eronder, of soms erboven op de brug. De bemanning is verdeeld in twee groepen, de hogen en de lagen. Wat direct opvalt is dat beide groepen zich gedisciplineerd en met alle respect naar elkaar gedragen. Het vooroordeel van de ruwe zeebonken is snel verdwenen. Verhoudingsgewijs zie ik bijna geen tatoo's, kenmerken van mijn vooroordeel. Er zijn Italianen aan boord, zoals de kapitein, 'master', maar ook bemanning uit India. Grimaldi heeft een contract met een Indiaas bedrijf dat bemanning werft. En een vrouw, de jongste officier.
In het werk heeft ieder zijn taak. Van alles wordt een verslag gemaakt volgens een vast protocol en in een vast format. De grote bureaucratie in het klein.
Tijdens het wachten op de rede van Koper (Slovenie) merk je haast niet dat er nog andere mensen aan boord zijn dan wij. In de officiersmess, waar wij ook eten (iedere maaltijd is 'captains meal' zal ik maar zeggen) is iedereen netjes gekleed, in uniform. Wij mogen gelukkig casual. Oef, dat is uiteraard alles wat we bij ons hebben: casual. Tijdens het eten zijn hoog en laag gescheiden. Er zijn gescheiden tafels in de mess. Een tafel met Italiaans eten, pasta dus, een tafel met Indiaas eten rijst dus. Onze tafel is pasta, met bediening.
Hoe het met vrije tijd is geregeld, is mij onduidelijk. Iemand zei mij dat hij 24/7 on duty is. Ook merk je niet of nauwelijks dat mensen al dan niet met elkaar optrekken.
Ketelbinkie, een aardige, Indiase, jonge man, Suliman, met een gulle lach, vraagt waar ik vandaan kom. Zelf is hij met de boot in 'Flushing' geweest. "Dat ligt toch in Nederland?" vraagt hij schuchter in het Engels. Als ik bevestigend antwoord zie ik weer die gulle lach op zijn gezicht. Hij komt uit Calcutta. Hij werkt nu al negen en een halve maand achter elkaar en gaat binnenkort twee maanden met verlof. Naar huis. Naar zijn ouders en zus. Moet je in Nederland voorzichtig zijn met te vragen waar iemand vandaan komt, hier is dat een zeer gewaardeerde vraag. Het antwoord komt ook altijd met trots, trots op de roots.
Na 48 uur op de rede voor anker, stomen we op naar de haven. We rekenen uit dat we eerder in Koper waren geweest als we zondagochtend vanuit Monfalcone waren gaan lopen. Inmiddels is het mooi weer geworden, waren we gaan lopen waren we drijfnat geworden.
Weer 24 uur later hebben we Koper bekeken, is de boot volgeladen met auto's en varen we weg. We zullen deze nacht eindelijk slapen onder het varen.

4. Varen.
Onderweg naar Limassol op Cyprus realiseer ik me weer dat we buitenstaanders zijn van een bijzondere, kleine, wereld. Uiteraard zal ik nooit weten wat er precies speelt, maar we krijgen een beetje zicht op een kleine gemeenschap die op elkaar is aangewezen. Er zijn twee bemanningsleden, officieren, bijgekomen. Sulman is afgemosterd (heet dat zo, als je met verlof naar huis gaat?) en vervangen door een ander ketelbinkie. Aan de buitenkant lijkt het erop of er voor de kok niets is veranderd. Ze werken weer gewoon samen of ze dat al jaren doen. De kok loopt te mopperen want traditioneel doen ketelbinkies het verkeerd.
Er heerst 's morgens vroeg, donderdag, een vreemde rust. Er is geen internet of telefoon bereik omdat we veel te ver van Italie af zijn en niet dicht genoeg bij Kroatie of Montenegro. Niemand op het dek om via skype of facetime kontakt met de familie te hebben. Als je zo lang al vaart, zeker zoals de ouderen, heb je dan alleen nog familie of heb je dan ook nog vrienden? Vrienden die thuis zijn, je uitzwaaien als je naar je werk gaat en wachten op je verhalen?
Het is heerlijk toeven in de schaduw, uit de wind. Ik zie plotseling een aantal verstekelingen. Op de reddingsboot zitten twee mussen. Een roodborst komt kijken wat wij hier doen. Een kwikstaartje en zelfs een vleermuis. Allemaal gratis van Slovenie naar Cyprus. Juist na ons vertrek uit Koper zag ik ook nog een valk boven het schip, maar zo te zien is die niet meegegaan.
Af en toe loopt er iemand met een oliespuitje. Ineens wordt de lucht verontreinigd met een inktzwarte rookwolk met ongetwijfeld een flinke dosis fijnstof. De motoren en uitlaten zijn weer schoon. Het milieu, hoe wijds ook, weer wat minder.
Het is rust, rustig. Toch verveel ik me geen moment.
Na het diner varen we redelijk dicht onder de kust van Italie, ter hoogte van Brindisi, waar we vorig jaar wandelden. Het dek is volgelopen met een groot deel van de bemanning: er is bereik! Een heilg woord, het B-woord zal ik maar zeggen. Als het maar even kan is er kontakt met de wereld buiten het schip. Dat geldt ook voor ons. We appen even met de kinderen. Wensen ze sterkte met de verhuizing en vertellen dat het goed gaat. En dan is het weer stil, weer over, iedereen weer naar zijn hut. Wij blijven nog even aan dek. Zien de lichtjes van Otranto en weten Santa Maria di Leuca dichtbij. De echte bootreis is begonnen.

5. Wind
De kalme Adriatische zee wordt gevolgd door de Ionische zee als we langs de Peloponesos varen. Aan de zuidkant varen we het relatief open water van de Middellandse zee op. De wind steekt op tot windkracht 8. De golfslag wordt langer en hoger. Het grote comfortabele vrachtschip kraakt. Alles wat los zit rolt van hot naar her. Spannend, maar niet eng. Dat zal het wel zijn als je met honderd mensen opeen gepakt in een klein rubberbootje de vrijheid tegemoet dobbert. Verschrikkelijk, dat soort gedachten moet je snel over boord proberen te zetten. Het lukt me niet echt.
Zaterdagmorgen als we wakker worden, zijn we Kreta net voorbij. We zien Rodos aan bakboord, ja we integreren een beetje, opdoemen. De gebroken bewolking zorgt voor een prachtig spel van zon en schaduw op de bergen van de eilanden.
De wind is gaan liggen en we stomen langzaam maar gestaag richting Limossol waar we zondagochtend aankomen. De procedure voor het afmeren is er een die nog langzamer dan gestaag gaat. De plaats luistert nauw. De klep, nog oneerbiediger is het woord loopplank, gaat open. We kunnen niet van boord.
Het vaarplan is weer gewijzigd. We gaan nu via Alexandria, in Egypte, naar Ashdod. Het gaat net als met de 'kleine planning'. Dan is de afvaart om 17:00 uur dan weer 14:00 uur en varen we uiteindelijk om 17:00 uur. Nu we in Alexandria zijn, is de verwachting, let wel verwachting en afhankelijk van wie je het hoort, dat we morgen na de lunch in Ashdod zullen zijn. Inmiddels hebben we al 8 dagen volpension voor de prijs van 5. Het is weer tijd voor berusting en het vervolg in een goed boek.

Ik geniet in de schaduw met een licht windje van het mooie boek. Ineens krijg ik voor mijn gezicht het om zeep helpen van het MARPOL verdrag. MARPOL? Het 'marine pollution' verdrag waar ik in de negentiger jaren van de vorige eeuw (opa haalt herinneringen op) in het IMO-gebouw (International Maritime Organisation) langs de oevers van de Theems nog aan heb gewerkt. Volgens een prachtig stroomschema wordt het afval aan boord gescheiden zoals thuis als het ware. Iedereen houdt zich daar meestal heel netjes aan. In Alexandria wordt alles over boord gezet op een praam. De praamwerker kijkt nog goed of er iets bruikbaars tussen zit. Er gaan houten pallets mee en daar kan je prachtige tuinstoelen van maken weet ik uit ervaring. Dan gaat alles op de grote hoop.

6. De negemde dag.
De berichten over het vertrek, als we die al krijgen, zijn wisselend. Wat maakt het uit. Voor de een varen we precies op de voorspelde tijd uit, voor de ander hebben we een uur vertraging. Varend langs het prachtige paleis van Alexandrie, de marine haven en de oude bakens gaan we de Middelandse zee weer op. Het bericht dat we morgenochtend om 8:00 uur in Ashdod zullen zijn, neem ik met een korreltje zeezout.
''s Avonds genieten we nog een keertje van de prachtige sterrenhemel in een bijna geheel donkere omgeving: de zee.

Reacties

Reacties

Jannie

Leuke berichten jongens en een mooi verslag. Lfs

Keimpe

Volgens mij heet het geen 'afmonsteren ' als je met verlof gaat. Aan- en afmonsteren is volgens mij meer: bij de reder/kapitein beginnen en ontslag nemen/krijgen. Fijne reis!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!