van hier tot ....

8. Nazareth

8. Nazareth

Loofhuttenfeest in aantocht. In Israel blijkt het oppassen geblazen als er een feestdag in de lucht hangt. Het is een blij feest gerelateerd aan de aankomst in Israel na de veertigjarige vlucht uit Egypte en een oogstfeest. Het begint dit jaar op donderdag en duurt een week en we nemen dus en passant ook de sabbat mee.

Nazareth is een overwegend arabische stad, maar volgt uiteraard wel de nationale feestdagen. Om niet verdwaald te raken in allerlei gesloten of niet functionerende diensten besluiten we tot zondag in de stad te blijven.

De stad is een melee van culturen en godsdiensten. Katholieke kerken, moskeeen, synagoge, grieks orthodoxe kerk staan dicht op elkaar en in de vroege morgen strijden ze om het geluid. De mufti begint het vroegst, gevolgd door de katholieke kerkklokken die het vervolgens ieder half uur doen. De mufti geeft een toegift. Gewenning en de toename achtergrondgeluid in de stad zorgen er voor dat het er niet meer toe doet.

Uiteraard is Nazareth doordesemt van de annunciatie. De recente, mooie, kathedraal herbergt de verering van Maria en die van Jozeph. Er zijn archeologische opgravingen van een huis uit de tijd van 800 jaar voor Chr., de tijd van koning David, en van de tijd van het verhaal van Jezus. Hij zou hier gelopen kunnen hebben. De overgang wordt ook mooi gekarakteriseerd door de christelijke synagoge. Tot de geboorte van Jezus was het een synagoge en vanaf dat moment een kerk. Het symboliseert zeker ook de tegenstellingen tussen de godsdiensten.

Bij de grieks-orthodoxe kerk zien we protest tegen inname van 'waqf' gebieden. Gebieden die christelijke en islamitisch organisaties in beheer hebben gekregen van de staat voor 1948, en die nu terug genomen worden door de israelische staat omdat in de gebieden de joodse archeologische bronnen beschadigd zouden worden. Het lijkt erop dat ook dit probleem zich met name in Jeruzalem voordoet.

Tegenstellingen, die Nazareth graag zou overwinnen. In ieder geval doet het een poging. De negende weg, een franse katholiek eucomenische gemeenschap, tracht wel begrip te bevorderen, maar blijft in mijn visie steken in de tegenstellingen gebaseerd op de oude tijd en betrekt zeker niet de islam bij het wederzijds begrip. Dat zou hier misschien een betere kans verdienen.

In ieder geval leven en werken de mensen hier volop samen. 'Natuurlijk, we weten niet beter dan dat we het samen doen' zegt onze jonge, islamitische hotelbaas. Op een muur lezen we dat gewoon samenleven de enige manier is om verdere slachtoffers en verdrevenen te voorkomen.


We besluiten op vrijdag een eerste wandeling te maken in het kader van de Israel National Trail, voor we zondag de Jesus Trail gaan beginnen.

Met veel mazzel en hulp van buiten komen we op het goede pad om met het openbaar vervoer, 70km inclusief een omweg, onder aan de Berg Tabor te komen. Ik hoor als het ware de bijbelkenners onder ons goedkeurend mompelen. Een berg waar immers volgens het verhaal, een cruciale gebeurtenis met Jezus plaats vond. Wij nemen vanuit het stadje Tavor de stijle helling naar boven. Bijna 2 km omhoog met een gemiddeld stijgingspercentage van 30%. Zuiver een feit, geen verhaal. Boven gekomen wachtten we geen verdere wonderen meer af en gaan langs een haarspeldweg naar beneden, naar Shibli.Daar treffen we een verzamelplaats van toeristenbussen aan. De grote bus mag niet omhoog en dus worden de toeristen overgeladen in kleine busjes die hen naar boven, naar de Transfiguratiekathedraal, brengen. Wij realiseren ons weer dat onze manier van reizen een stuk aantrekkelijker is (eufemisme!)

Tegelijkertijd komen we met beide benen weer in het aardse bestaan. Als we om half drie 's middags vragen hoe laat er een bus gaat (naar Afula of Nazareth) dan krijgen we als antwoord dat er geen bussen rijden, sabbat begint immers. Er wordt voor ons geregeld dat we om vijf uur mee kunnen rijden naar Nazareth, kosten NIS 150,- ruim €35,-. Dan gebeurt er een wonder, er rijdt toch eenus, maar helaas deze is voorbij. Om verdere wonderen te voorkomen, laten we ons verder geen oren meer aan naaien. We liften met de eerste de beste passerende auto naar de snelweg en daar, bij een bushalte, hebben we binnen een paar minuten een lift naar Afula en dan is er gewoon een busje dat ons voor NIS 20,- naar Nazareth brengt. We zijn voor vijf uur in ons hotel. Meerdere ervaringen rijker: waar toeristen zijn kan je makkelijk bedonderd worden en liften in Israel werkt.


Na nog een dag ondergedompeld te zijn in de verhalen van zowel het oude als het nieuwe testament in de kerken van de stad, merken we dat we meer inzicht in het verhaal krijgen, maar misschien wel daardoor niet dichter bij het geloof.




Het eind van de bootreis, de intocht in Israel.

7. De tiende speciale dag

Ik schreef al over de planning op de boot. Dan nu de prachtige apotheose van de bootreis.

Bij het vertrek uit Alexandrie is de idee dat we de volgende morgen om 8:00 uur in Ashdod, Israel aankomen. We kunnen dan uiterlijk tussen 15:00-16:00 uur van boord. Ik nam dit met een grote korrel zeezout.

Om 8:00 uur de volgende morgen moeten we nog zo'n 100 km varen. Iets minder dan 30km/uur, dus reken maar uit. Op de rede aangekomen zo rond het middaguur heeft de loods pas om half twee tijd om het schip de haven in te manouvreren. De Israelische veiligheids- en immigratiefunctionarissen nemen aan boord ruim de tijd voor het inreis interview. De afgifte van de benodigde stempels en extra pasje is de kers op de taart van het proces. Het wordt allengs donker. Het lijkt ons beter om nog een nacht aan boord te blijven. Het schip zal de volgende morgen om een uur of 7:00 vertrekken en de kapitein, master, regelt voor ons een taxi naar het busstation in Ashdod. We gaan rustig slapen. Om kwart voor elf worden we ruw in onze eerste slaap gestoord. De boot vertrekt om 4:00 uur 's nachts en we krijgen om 3:00 uur een taxi. Maar waar naar toe? We zijn even van de leg en proberen nog wat info te ktijgen, maar dat is niet het sterkste punt op een vrachtschip. We besluiten geen gebruik te maken van de taxi en in de veilige omgeving van de haven te blijven tot het licht wordt. Van slapen komt niet veel meer terecht. Uiteindelijk worden we om bijna half vijf 's ochtends bij de poort van de haven afgezet. De veiligheidsdienst ter plekke doet, op een allervriendelijkste manier overigens, ook nog zijn plas over de gehele inreis procedure. Voor vijven staan we buiten. Weinig slaap gehad, maar we wilden avontuur, nu dan krijgen we avontuur. We wachten in een stadsbushokje tot het enigszins licht wordt en lopen met de kaart op de iphone in de hand de eerste vijf kilometer in Israel. We scoren na drie vergeefse pogingen Israelisch geld, shekels. We halen een kop koffie met een broodje op het busstation. Om half acht zijn we op weg naar Nazareth, ons eerste doel.

Na een overstap in Tel Aviv, opnieuw koffie, gaat de busreis in eerste instantie door een snelweglandschap en hebben we moeite de ogen open te houden. Plots zijn we in een bruisend israelisch, arabische stad en de chauffeur van de bus vindt dat we er zijn. Nazareth. We gaan op zoek naar Michels House, een tip van via via vrienden. We raken verzeild in de souk en komen mensen tegen die we aan boord niet meer gezien hebben: andere toeristen.

Hoewel er veel overnachtingsruimte vol is, het loofhuttenfeest komt er aan, lukt het om goede accomodatie te vinden. We zijn in de stad waar volgens zeggen, de christelijke geschiedenis zo'n beetje begint. De annunciatie. We zijn benieuwd.

Het begin van de bootreis, sorry moest voor 3

2. De scheepsreis.

De symboliek van het varen naar Israel, na het maken van drie pelgrimstochten, ligt in de overlevering dat Petrus ooit per schip vanuit Palestina naar Italie is gekomen. De wereldwijde vooruitgang heeft het op een of andere manier onmogelijk gemaakt dezelfde reis in andere richting te maken. Een vrachtschip met passagiersaccomodatie is dan iets dat voor mij toch wel aan die symboliek beantwoordt.

De aanloop naar het inschepen is al bekend, de dag waarop mag er ook zijn. Vanuit het hotel is het ongeveer drie kwartier lopen naar de haven. Bussen rijden niet op de christelijke rustdag. In de haven wordt wel gewerkt. We zijn er op het afgesproken tijdstip, 8:00 uur in de ochtend. Rond het gebouw van de firma die onze inscheping moet regelen heerst een zondagse rust. Denken dat alles in orde komt valt niet mee. Ontegenzeggelijk spoken er vreemde ideeen door je hoofd. Speelt een rol dat we in de directe omgeving van de gebouwen in het havengebied niet iets zien dat op een schip lijkt. Je zoekt bij elkaar de ontkenning van de spookbeelden en de bevestiging dat alles wel zo zal horen.

Onverwacht zie ik in het gebouw beweging. Het blijkt onze contactpersoon. Marco begeleidt ons naar de 'Gendarme di Finance'. Daar wordt per officieel ingevuld papier, in tweevoud zonder kopieerapparaat dat blijkbaar op zondag vrij is, vastgesteld dat wij zonder onmogelijk grote hoeveelheden geld de Europese Unie willen ontvluchten. Dan de haven in. Het schip blijkt er toch te liggen. We monsteren zo rond 9:00 uur aan. Installeren ons in onze hut, die voorzien is van de naamsbekende kooien. Smal maar comfortabel zoals later blijkt. De etenstijden worden meegedeeld en een speciale tafel in de officiersmess wordt ons toegewezen. We kijken wat rond op en buiten het schip. Dat werkt op de zenuwen van alle 26 medewerkers aan boord: dit is zwaar tegen alle veiligheidsregels. Zeker als, zoals op dat moment, het schip wordt geladen. We krijgen 's avonds niet voor niets een veiligheidsinstructie. De officier die hiermee belast, is een vijftiger uit het diepe, hete, zuiden van India. Hij vertelt later dat Grimaldi met Italiaans en Indiaas management werkt. Zijn vrouw en kinderen, een dochter van 13 en een zoon van 10, weten niet beter dan dat papa zes maanden weg is en dat ze het dan zelf moeten uitzoeken. Ik vraag of hij ze niet mist zolang, komen de tranen bijna in zijn ogen. Hij vertelt dat zijn vrouw iedere nacht wacht tot de zon weer opkomt. Het is keihard. Hij verdient goed geld, zijn kinderen kunnen een goede opleiding krijgen, maar zullen nooit gaan varen.

Als we 's morgens horen dat we 's avonds om 18:00 uur zullen afvaren, wordt het tijd voor berusting. Een aardig thema, dat ook weer opkomt als we horen dat we na een uur varen voor anker gaan op de rede van de havenplaats Koper in Slovenie. Berusting vat versterkt post als blijkt dat we hier minimaal 1 dag maar hoogstwaarschijnlijk 2 dagen blijven liggen. Het wordt tijd dat ik me verdiep in de details van het upper deck. Het regent.


3-5 de bootreis tot bijna het einde.



We hebben op de boot geen internet beschikbaar op de ipad waarop ik deze blog maak. De dagen op zee houd ik wel de blog bij, een aantal opmerkelijke dingen dan. Ze staan in een lange blog. Ik doe er ook apart watfoto's bij.We gaan nu op pad in Israel en ik hoop dat ik dan wat opmerkelijkheden in kleinere blogs kan zetten. Doe met deze wat je wil, lezen of niet lezen, dat is de vraag.


3. Het upperdeck
Onder het upper deck zijn tien dekken voor de lading. Veel half fabrikaat vrachtauto's, grote staalplaten, buizen, pijpen en personenauto's. Er staat ook een gepantserde M.E.- bus bij. De bemanning leeft op het upper deck en werkt meestal eronder, of soms erboven op de brug. De bemanning is verdeeld in twee groepen, de hogen en de lagen. Wat direct opvalt is dat beide groepen zich gedisciplineerd en met alle respect naar elkaar gedragen. Het vooroordeel van de ruwe zeebonken is snel verdwenen. Verhoudingsgewijs zie ik bijna geen tatoo's, kenmerken van mijn vooroordeel. Er zijn Italianen aan boord, zoals de kapitein, 'master', maar ook bemanning uit India. Grimaldi heeft een contract met een Indiaas bedrijf dat bemanning werft. En een vrouw, de jongste officier.
In het werk heeft ieder zijn taak. Van alles wordt een verslag gemaakt volgens een vast protocol en in een vast format. De grote bureaucratie in het klein.
Tijdens het wachten op de rede van Koper (Slovenie) merk je haast niet dat er nog andere mensen aan boord zijn dan wij. In de officiersmess, waar wij ook eten (iedere maaltijd is 'captains meal' zal ik maar zeggen) is iedereen netjes gekleed, in uniform. Wij mogen gelukkig casual. Oef, dat is uiteraard alles wat we bij ons hebben: casual. Tijdens het eten zijn hoog en laag gescheiden. Er zijn gescheiden tafels in de mess. Een tafel met Italiaans eten, pasta dus, een tafel met Indiaas eten rijst dus. Onze tafel is pasta, met bediening.
Hoe het met vrije tijd is geregeld, is mij onduidelijk. Iemand zei mij dat hij 24/7 on duty is. Ook merk je niet of nauwelijks dat mensen al dan niet met elkaar optrekken.
Ketelbinkie, een aardige, Indiase, jonge man, Suliman, met een gulle lach, vraagt waar ik vandaan kom. Zelf is hij met de boot in 'Flushing' geweest. "Dat ligt toch in Nederland?" vraagt hij schuchter in het Engels. Als ik bevestigend antwoord zie ik weer die gulle lach op zijn gezicht. Hij komt uit Calcutta. Hij werkt nu al negen en een halve maand achter elkaar en gaat binnenkort twee maanden met verlof. Naar huis. Naar zijn ouders en zus. Moet je in Nederland voorzichtig zijn met te vragen waar iemand vandaan komt, hier is dat een zeer gewaardeerde vraag. Het antwoord komt ook altijd met trots, trots op de roots.
Na 48 uur op de rede voor anker, stomen we op naar de haven. We rekenen uit dat we eerder in Koper waren geweest als we zondagochtend vanuit Monfalcone waren gaan lopen. Inmiddels is het mooi weer geworden, waren we gaan lopen waren we drijfnat geworden.
Weer 24 uur later hebben we Koper bekeken, is de boot volgeladen met auto's en varen we weg. We zullen deze nacht eindelijk slapen onder het varen.

4. Varen.
Onderweg naar Limassol op Cyprus realiseer ik me weer dat we buitenstaanders zijn van een bijzondere, kleine, wereld. Uiteraard zal ik nooit weten wat er precies speelt, maar we krijgen een beetje zicht op een kleine gemeenschap die op elkaar is aangewezen. Er zijn twee bemanningsleden, officieren, bijgekomen. Sulman is afgemosterd (heet dat zo, als je met verlof naar huis gaat?) en vervangen door een ander ketelbinkie. Aan de buitenkant lijkt het erop of er voor de kok niets is veranderd. Ze werken weer gewoon samen of ze dat al jaren doen. De kok loopt te mopperen want traditioneel doen ketelbinkies het verkeerd.
Er heerst 's morgens vroeg, donderdag, een vreemde rust. Er is geen internet of telefoon bereik omdat we veel te ver van Italie af zijn en niet dicht genoeg bij Kroatie of Montenegro. Niemand op het dek om via skype of facetime kontakt met de familie te hebben. Als je zo lang al vaart, zeker zoals de ouderen, heb je dan alleen nog familie of heb je dan ook nog vrienden? Vrienden die thuis zijn, je uitzwaaien als je naar je werk gaat en wachten op je verhalen?
Het is heerlijk toeven in de schaduw, uit de wind. Ik zie plotseling een aantal verstekelingen. Op de reddingsboot zitten twee mussen. Een roodborst komt kijken wat wij hier doen. Een kwikstaartje en zelfs een vleermuis. Allemaal gratis van Slovenie naar Cyprus. Juist na ons vertrek uit Koper zag ik ook nog een valk boven het schip, maar zo te zien is die niet meegegaan.
Af en toe loopt er iemand met een oliespuitje. Ineens wordt de lucht verontreinigd met een inktzwarte rookwolk met ongetwijfeld een flinke dosis fijnstof. De motoren en uitlaten zijn weer schoon. Het milieu, hoe wijds ook, weer wat minder.
Het is rust, rustig. Toch verveel ik me geen moment.
Na het diner varen we redelijk dicht onder de kust van Italie, ter hoogte van Brindisi, waar we vorig jaar wandelden. Het dek is volgelopen met een groot deel van de bemanning: er is bereik! Een heilg woord, het B-woord zal ik maar zeggen. Als het maar even kan is er kontakt met de wereld buiten het schip. Dat geldt ook voor ons. We appen even met de kinderen. Wensen ze sterkte met de verhuizing en vertellen dat het goed gaat. En dan is het weer stil, weer over, iedereen weer naar zijn hut. Wij blijven nog even aan dek. Zien de lichtjes van Otranto en weten Santa Maria di Leuca dichtbij. De echte bootreis is begonnen.

5. Wind
De kalme Adriatische zee wordt gevolgd door de Ionische zee als we langs de Peloponesos varen. Aan de zuidkant varen we het relatief open water van de Middellandse zee op. De wind steekt op tot windkracht 8. De golfslag wordt langer en hoger. Het grote comfortabele vrachtschip kraakt. Alles wat los zit rolt van hot naar her. Spannend, maar niet eng. Dat zal het wel zijn als je met honderd mensen opeen gepakt in een klein rubberbootje de vrijheid tegemoet dobbert. Verschrikkelijk, dat soort gedachten moet je snel over boord proberen te zetten. Het lukt me niet echt.
Zaterdagmorgen als we wakker worden, zijn we Kreta net voorbij. We zien Rodos aan bakboord, ja we integreren een beetje, opdoemen. De gebroken bewolking zorgt voor een prachtig spel van zon en schaduw op de bergen van de eilanden.
De wind is gaan liggen en we stomen langzaam maar gestaag richting Limossol waar we zondagochtend aankomen. De procedure voor het afmeren is er een die nog langzamer dan gestaag gaat. De plaats luistert nauw. De klep, nog oneerbiediger is het woord loopplank, gaat open. We kunnen niet van boord.
Het vaarplan is weer gewijzigd. We gaan nu via Alexandria, in Egypte, naar Ashdod. Het gaat net als met de 'kleine planning'. Dan is de afvaart om 17:00 uur dan weer 14:00 uur en varen we uiteindelijk om 17:00 uur. Nu we in Alexandria zijn, is de verwachting, let wel verwachting en afhankelijk van wie je het hoort, dat we morgen na de lunch in Ashdod zullen zijn. Inmiddels hebben we al 8 dagen volpension voor de prijs van 5. Het is weer tijd voor berusting en het vervolg in een goed boek.

Ik geniet in de schaduw met een licht windje van het mooie boek. Ineens krijg ik voor mijn gezicht het om zeep helpen van het MARPOL verdrag. MARPOL? Het 'marine pollution' verdrag waar ik in de negentiger jaren van de vorige eeuw (opa haalt herinneringen op) in het IMO-gebouw (International Maritime Organisation) langs de oevers van de Theems nog aan heb gewerkt. Volgens een prachtig stroomschema wordt het afval aan boord gescheiden zoals thuis als het ware. Iedereen houdt zich daar meestal heel netjes aan. In Alexandria wordt alles over boord gezet op een praam. De praamwerker kijkt nog goed of er iets bruikbaars tussen zit. Er gaan houten pallets mee en daar kan je prachtige tuinstoelen van maken weet ik uit ervaring. Dan gaat alles op de grote hoop.

6. De negemde dag.
De berichten over het vertrek, als we die al krijgen, zijn wisselend. Wat maakt het uit. Voor de een varen we precies op de voorspelde tijd uit, voor de ander hebben we een uur vertraging. Varend langs het prachtige paleis van Alexandrie, de marine haven en de oude bakens gaan we de Middelandse zee weer op. Het bericht dat we morgenochtend om 8:00 uur in Ashdod zullen zijn, neem ik met een korreltje zeezout.
''s Avonds genieten we nog een keertje van de prachtige sterrenhemel in een bijna geheel donkere omgeving: de zee.

Eerste dagen

Eerste dagen.

Vol van jaloezieopwekkendevreugde laat ik vorige week aan vrienden de prachtige weersvooruitzichten en temperaturen zien van het eerste kleine stukje van onze reis. Venetie, Padua. Het regende dus bij aankomst. De geplande B&B ligt zo'n 5 km buiten het centrum van Padua. Rustige omgeving met alle gevolgen van dien. Het enige eetetablissement is gesloten, zo te zien voorgoed. Een broodje met een glas wijn is het eerste avondmaal. Kortom de jaloeziekan in de kast.

Niet voor lang overigens. De volgende morgen klaart het op en ik laat me verrassen door de, hoge, prijs van een busboot in Venetie. De lunch, een goede pranzo, met een glas wijn is genieten, mijn kijk op ouderenzorg voor jezelf zal ik maar zeggen. Op naar de Arsenale. Het 'vrije' tentoonstellingsdeel van de biennale. We zijn opnieuw verrast. Prachtige beelden, schilderijen, schitterende videokunst en een lugubere kijk op de transformatie van de mens van het jaar nul naar die van de toekomst. Dat laatste is de landeninzending van Italie. Het beste bewijs dat een landeninzending beter niet in de Arsenale tentoongesteld moet worden.

De moderne kunst laten we in Venetie. De volgende dag is in het teken van oude kunst. In de prachtige kapel van Scrovegna, een woekeraar die zijn zonden wilde afkopen in het begin van de veertiende eeuw, zien we muurschilderingen van Giotto. Een begrip voor kunstkenners. Ben je dat niet direct, dan is het leuk om je er even in te verdiepen. De schilderingen van de beste leerling van Cimabue (weer zo'n begrip) zijn meer dan 700 jaar oud en worden zeer goed bewaard. Het bezoek van de kapel is een waar ritueel. De hoogtepunten van het oude testament zijn verbeeld, evenals een aantal deugden en zonden. Kortom: leerzaam. De oude stad is zeer genoeglijk, met prachtige gebouwen uit de 'Roemeinse tijd'. We vinden ook de kathedraal van de heilige Antonius van Padua. In de kerk is niet te merken dat hij ooit als franciskaan de gelofte van armoede heeft afgelegd. Of deden Fransiskanen dat niet? Een pracht en praal die gepaard gaat met een aanbidding door een horde van gelovige toeristen, op het idolate af. Als humanist ben ik er beduusd van. Gelukkig kan ik me laven aan de witte wijn op een gezellig druk terras aan de rand van de markt, na alle eeuwen nog steeds het levende hart van de stad.

Het contact met de rederij voor onze bootreis verloopt moeizaam. Het is een ware oefening in loslaten. Waar je geen invloed op hebt moet je ook niet proberen te beinvloeden. We besluiten vrijdag bijtijds naar Monfalcone te reizen en eens een kijkje te nemen op de burelen van onze contacersoon Marc. Dat levert wat op. We vertrekken zondag en niet maandag zoals we per mail hadden gehoord. Vanaf zondag dus een poosje zonder mail en internet. Over loslaten gesproken.


Varen en dan ...

Varen en dan ...

Na onze wandeltochten naar Rome (2012), de wandeling langs de Via Egnatia in Albanië en Macedonië (2015) en van Rome naar Santa Maria di Leuca (2016) trekken we nog een keer de stoute wandelschoenen aan. Stoute? In zekere zin wel. We gaan naar Israel, het land waar de bijbel, een van de meest spraakmakende boeken ter wereld, zijn oorsprong vindt. De waarheid voor velen, de twijfel voor anderen, en voor ons een bij vlagen mooi verhaal. Ook het land waar de machthebbers nu bij voortduring problemen maken en hebben. Wat merken we er van als we in de prachtige natuur lopen en met gewone mensen praten. We zullen de oudheid tegenkomen, maar we hopen ook gesprekken over de toekomst te hebben.
We lopen de weg die volgens de overlevering door Jezus van Nazareth is afgelegd op zijn tocht naar het meer van Galilea. Vandaar willen we langs de Israel National Trail naar Jeruzalem lopen.

Volgende week dinsdag vliegen we naar Venetië en, nadat we ons hebben gewapend in de Artisanale van de Biënnale van Venetië, reizen we door naar Monfalcone vrijwel op de grens met Slovenië. Daar schepen we in op een vrachtboot en varen dan naar Ashdod in Israel. Wanneer de boot precies vertrekt is nog onduidelijk, het wisselt.

We houden jullie op de hoogte.

(Wil je deze mail niet meer ontvangen: geef even een seintje op gaokooi@yahoo.com, haal ik je van de lijst!)